Beschrijving
Hembrug bajonet voor de wielrijders karabijn.
Er werden verschillende typen van deze karabijn ontwikkeld. No.1 was de karabijn voor de cavalerie en werd in 1896 ingevoerd. In datzelfde jaar volgde de No.2 voor de Koninklijke Marechaussee, die was voorzien van een omklapbare bajonet. No.3 kwam ook uit in 1896 en was voor de genie, artillerie en verbindingsofficieren. Deze had een langere handbescherming en een bajonet. In 1908 kwam uitvoering No.4 voor de compagnieën wielrijders beschikbaar met dezelfde lange bajonet als bij de karabijn No.3. Het nadeel van vier verschillende uitvoeringen bleek al snel tijdens de productie: voor iedere uitvoering waren specifieke onderdelen nodig.
Daarom werden er vier nieuwe karabijnmodellen ontwikkeld, No.1 (cavalerie), 2 (artillerie, genie en verbindingsofficieren), 3 (wielrijders) en 4 (wielrijders) Nieuw Model. Het was de bedoeling dat ze maar weinig verschilden om zo dus de productie te bevorderen. Ook was het de bedoeling de karabijnen van het type Oud Model te laten wijzigen in Nieuw model. In plaats van één type karabijn waren er dus acht.
Vanaf 1935 werden geweren ingekort tot karabijnen voor de politie en later ook voor het leger (cavalerie, artillerie, genie en verbindingsofficieren). In 1937 kwam er nog een uitvoering bij. Het Nederlandse leger had behoefte aan meer karabijnen, en aangezien er meer dan genoeg geweren waren, werden er geweren omgebouwd tot karabijn, wat de karabijn No.5 werd. De wapens die bij de artillerie inrichtingen gemaakt werden stonden bekend als Hembruggeweer/karabijn.
In mei 1940 was de M95 bijna 45 jaar in gebruik. In de tijd van 1895-1940 werden er pogingen gedaan om het wapen te verbeteren. Het belangrijkste punt was het kaliber: de gebruikte 6,5 mm patroon had niet genoeg stopkracht. Door het volmantelontwerp en de grote energie die de kogel bij afvuren meekreeg, ging de patroon vaak door het doel heen, wat minder schade toebracht dan wanneer de kogel in het lichaam bleef zitten en alle energie van de kogel op het geraakte doel werd overgebracht. Er werd een commissie aangesteld in 1910; die trok de conclusie dat alle lopen naar 7,9 mm moesten worden omgeboord en dat de stompe volmantelpatronen vervangen moesten worden door spitsvormige patronen. Dit werd echter om onbekende redenen niet gedaan [wel bij de zware mitrailleurs], waardoor alle M.95 geweren en karabijnen in mei 1940 nog de 6,5 mm volmantelpatroon hadden.